ik doe mijn zondagse gezicht aan ik kijk op noch om langs torens verlangen loop ik mezelf
in de verte zie ik lichtende verten (dwaalsporen die ik afleg) ik groet links en rechts met een glimlach aan de buitenkant
als ik thuiskom draai ik de deur in het slot en neem het mezelf niet kwalijk |
|