Moeder
toen de hemel viel vuurspuwend lawaaiig bleef zij overeind rechtte haar rug hief haar hoofd en liep haar smalle pad
toen angst haar wilde insluiten en liefdeloosheid haar sloeg wankelde ze niet -de Heer is mijn herder-
haar Godsvertrouwen niet beschaamd bid ik bid ik |
|