Con Amore e passionata

Zo op papier, alsof we naast elkaar zitten, zal ik proberen u uit te leggen wat mijn beweegredenen zijn geweest. U las het bericht in de krant deze morgen? Dat dacht ik wel. En u was geschokt, of.. , stop, dit begin is niet goed. Het kan suggereren dat het voorgevallene mijzelf betrof en hoewel ik denk iets te kunnen begrijpen van de motieven, wil ik mijzelf in deze bizarre, tragische geschiedenis zien als een onpartijdige toehoorder en niet meer dan dat.
U moet weten dat ik veel van muziek houd, maar zonder een speciale voorkeur voor stijl of instrument. Dit kan wellicht mijn betrokkenheid verklaren.
Er is mij wel verweten dat ik een besluiteloos man ben. Misschien is dat zo en brengt mijn onvermogen tot het maken van keuzes mij er toe om dit gesprek met u te voeren. Hoewel, wat voor keuze zou ik in deze gebeurtenis hebben kunnen maken? Die is ten einde en niets ervan kan ongedaan gemaakt worden. Heb ik uw aandacht?

Het was op een mooie windstille avond zo ongeveer een week geleden, dat ik, zoals mijn gewoonte is, een wandeling maakte. Ik ben -in ruste- zoals dat heet, en heb mijzelf na de verkoop van mijn bedrijf, ik ben ongetrouwd gebleven en beschikte niet over een opvolger, voorgenomen om het leven uitsluitend te leven als toeschouwer. Mijn credo.
Om u enig inzicht te geven: ik woon in Amsterdam aan het Vondelpark, een hele aardige buurt voor de avondwandelingetjes die ik bij voorkeur laat op de avond begin. Er is altijd wel iets te zien. Die avond echter was het ondanks het mooie weer erg rustig. Zo, op mijn manier het leven overdenkend, was ik ongemerkt op de Prinsengracht beland.
Daar zag ik een man dansen, vol overgave, zich niet bewust van zijn omgeving leek het. De lange zwarte cape die hij droeg verleende gratie aan zijn trage geconcentreerde bewegingen. Ik ben op een stoeptrede gaan zitten om naar hem te kijken. De dans was sierlijk, de man danste zijn dans langzaam en statig. De man met de zwarte cape en zijn lange witte haren, die bij iedere beweging als een windvlaag golfden, dit ongewone tafereel op de Prinsengracht bracht mij in een vreemde stemming.
De man eindigde zijn dans en bleef, het hoofd geheven alsof hij luisterde, staan en begon toen aan een grilliger dans. Hij gaf geen blijk dat hij mij had opgemerkt. De nieuwe dans leek in niets op de vorige. Boosheid, verontwaardiging wilde hij uitdrukken, dacht ik. Opeens werd de dans melancholisch en de harstochtelijke manier waarop hij zingend zijn dans begeleidde bezorgde me rillingen. De man eindigde zijn dans met een diepe buiging naar alle windstreken.
´Houdt u van dans?´ vroeg de man naast mij op het stoepje plaatsnemend. Hij pakte een kleine koffer die steeds naast hem had gestaan en zette die tussen ons in. ´Uw dans ontroerde me´ antwoordde ik, ´hoewel ik helemaal niets van dans weet fascineerde uw voorstelling me´. Ik had bij het neerzetten van de koffer opgemerkt dat zijn rechterhand mankeerde. De arm eindigde, wat ik denk gezien te hebben, in een soort ronde knop.
´Ik danste als laatste de -baile jondo- dat is één van de vaste grondvormen van de Flamenco, en ik zong er mijn levensgeschiedenis bij, die, zoals iedere levensgeschiedenis, leidt tot de dood. Zal ik u de mijne vertellen?´
Zonder mijn antwoord af te wachten begon hij: ´In dit koffertje bevindt zich het laaste deel van mijn levenswerk. Ik zal de wereld een groot kunstwerk nalaten. Om dat te kunnen voltooien bleek moeilijker dan ik verwacht had, vooral het contact leggen was ingewikkeld, ik moest vindingrijk zijn. Mijn naam bracht niet altijd de herkenning waarop ik gehoopt had, mijn roem bleek vluchtig. Er waren momenten dat ik twijfelde of ik mijn doel wel ooit zou bereiken. Weet u iets van vioolspel? Van de harmonische samenwerking tussen rechter- en linkerhand? Stokvoering?´
Ik schudde ontkennend mijn hoofd en begreep helemaal niet waar hij het over had maar hij verwachtte geen antwoord en vervolgde zijn verhaal zonder op mij te letten.
´U moet weten dat ik ooit een violistisch wonderkind was en mij heb ontwikkeld tot een violist die op alle grote podia van de wereld heeft opgetreden tot...´ Hij zweeg en staarde naar het koffertje.
´Ik ben geboren in Spanje´ vervolgde hij, ´het landgoed waar ik opgroeide is al eeuwen in onze familie, ik was enig kind. Het landgoed staat nu onder mijn beheer. Er zijn nog meer bezittingen en ik heb geen nakomelingen. Mijn nalatenschap heb ik uitstekend geregeld en al is die niet wezenlijk van belang, het zal goed van pas komen. Ik laat zoals gezegd een kunstwerk achter, een object voor studie, perfect geprepareerd. Het onderdeel dat zich in dit koffertje bevind, moet ik nog behandelen en daarna is de collectie compleet´.
Ik herinnerde me ooit een krantebericht te hebben gelezen over een violist die iets vreselijks overkomen was en ik begon me wat minder op mijn gemak te voelen.
´Er is mij onlangs verteld dat ik niet lang meer te leven heb´ vervolgde de man ´vandaar dat ik mij afvroeg of ik mijn doel nog zou kunnen bereiken. Maar het is gelukt en dat maakt van mij een gelukkig mens. Niemand, u bent nu de enige, weet van mijn passie. U moet weten dat de rechterhand, u heeft vast wel opgemerkt dat de mijne verdwenen is, naar mijn inzicht de belangrijkste is voor een violist. Een violist moet in perfecte lichamelijke conditie zijn, dat is een eerste vereiste, en natuurlijk plaatst de linkerhand de noten maar de strijkstok maakt de toon. Samenwerking van hand en strijkstok, vooral als je je laat voeren op een gevoel van lichtheid, zoiets als vliegen, kunnen klanken uit de viool tevoorschijn toveren die hemels zijn. Het is jammer dat u niets van vioolspel weet´, zei hij en keek naar me met een blik waarin zijn teleurstelling zichtbaar was.
Het speet me dat ik slechts mijzelf als toehoorder kon bieden en niet iemand die meer op niveau zijn uitleg kon interpreteren. Ik stond op en wilde mijn wandeling vervolgen, ook omdat het zitten op een stenen stoep een man van mijn leeftijd niet aangenaam is. En misschien ook omdat ik me dat bericht uit de krant herinnerde?
´Wacht´ zei de man ´hebt u nog een ogenblik? Mijn vliegtuig vertrekt pas over enige tijd, ik word zo gehaald en ik stel uw aanwezigheid op prijs, het doet me goed met u te praten´.
Omdat er niemand op mij zat te wachten en ik toch ook wel iets meer van deze merkwaardige man en zijn geschiedenis wilde horen, ben ik gebleven. Vindt u dat onverstandig? Achteraf denk ik dat u gelijk hebt, alhoewel?
De man vertelde me over zijn vele reizen die hem naar concerten van grote violisten hadden gebracht. ´Ik heb alle bewegingen van de pols bestudeerd en de manier waarop de violist de vingers op de strijkstok plaatst. Langzamerhand ontwikkelde ik een geniale theorie´.
Hij zweeg en keek naar zijn arm waaraan de hand ontbrak. Hoewel ik steeds meer het gevoel kreeg dat de man mij op de hoogte ging brengen van iets dat ik misschien beter niet zou kunnen weten won mijn nieuwsgierigheid het en bleef ik zitten.
´U hebt zo ongeveer mijn leeftijd´ zei de man, schattend. ´De polsbeweging van Jaime Laredo, hem hebt u vast wel horen spelen?´
Ik knikte bevestigend. In de tijd dat ik een zaak leidde en vaak in het buitenland was ontspande ik me door elk aangekondigd concert te bezoeken, ik houd van muziek zoals ik al zei.
´De eerste vinger drukkend op de strijkstok, de derde trekkend, de vingers wat uit elkaar, samen met die soepele pols..: het was volmaakt. Zo waren er meer. De vorm van hand en pols, de lengte van de vingers, allemaal uiterst belangrijk´. Hij werd onrustig, ging staan en vervolgde op verontwaardigde toon: ´er werd veel ophef over gemaakt, de vorige keren dat ik een perfect voorbeeld voor mijn verzameling bemachtigde. Er werd naar me gezocht. Dat zal ook nu wel weer het geval zijn, maar ik kan spoorloos verdwijnen dat is wel gebleken. De mensheid zal me ooit dankbaar zijn. Soms moeten er offers gebracht worden. Ik deed het niet uit eigenbelang. Bij mijn testament heb ik mijn theorie gevoegd. Mijn bezittingen zullen worden verkocht. De opbrengst zal aanzienlijk zijn en samen met mijn theorie en het geprepareerde kunstwerk zal er een nieuwe generatie waarlijk grote violisten kunnen opstaan. Daar heb ik mijn leven aan gewijd´. De man keek triomfantelijk. ´Het is me gelukt´, zei hij, nu kan ik rustig sterven.
Een grote zwarte limousine was bijna onhoorbaar komen aanrijden, er stapte een jonge vrouw uit die het koffertje oppakte, mij toeknikte en met zorg de man hielp instappen. De auto reed bijna onmiddellijk weg.
De man had nog naar me gezwaaid, mij wat beduusd achterlatend na dit opmerkelijk snelle vertrek. Ik vervolgde mijn wandeling in een gemoedstoestand die onrustiger was dan gewoonlijk.
Wat had ik nu eigenlijk gehoord? Ik durfde het niet te geloven.
Maar net als u heb ik het in de krant gelezen. Die jonge violist, zijn rechterhand, een veelbelovende carričre afgekapt: huiveringwekkend.
Er heeft zich bij mij een idee ontwikkeld omtrent het motief van de man. Ik vraag mij af in welke mate ik betrokken ben. Of ik iets had kunnen doen? Niets, denk ik.
Dat kunt u toch met me eens zijn?

Ineke   april 2007


© Ineke Sikkema. Dit verhaal mag niet worden gebruikt of opgeslagen zonder schriftelijke toestemming van de auteur.
ineke sikkema