Verlangen
nu de bomen hun zacht groen licht tonen en mijn verleden zich worstelt door sering- en kersenbloesem voel ik het drabzwart dreunen van taal vervagen tot een wankel woord het frivole genot van krimpen scheurt door mijn huid mijn mond verraderlijke leugenaar kust wanen naar de middagzon
een vogel vliegt vrij |
|